Wat is de betekenis van Injector?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Injector

(Lat.), m. (-s), inspuittoestel; toestel tot het automatisch voeden van stoomketels.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Injector

[modern Lat.] apparaat om in te spuiten.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Injector

inspuittoestel

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Injector

toestel om in te spuiten; toestel tot het automatisch voeden van stoomketels

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

injector

m. (Ned.) injectors, injectoren; (Lat.) injectores (Lat. toestel om in te spuiten; werktuig tot voeding van de stoomketel).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

injector

(‘jektor) m. (-s, -en) (spr. 'to:rən) [Lat.] 1. toestel om in te spuiten. 2. toestel tot automatische voeding van een stoomketel. Enc. In een injector komt de afgewerkte stoom door onmiddellijke vermenging met water tot kondensatie. Dit mengsel van gekondenseerde stoom en water dient dan dadelijk voor het voeden van de stoomketel.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

injector

→injecteur.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

injector

injector - m., toestel om in te spuiten.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Injector

injecteur, zie Injectie. I. is ook de naam van een werktuig dat gebruikt wordt om met behulp van verschen of afgewerkten stoom water in den ketel eener machine te persen; verder dient het tot condensatie van stoom, tot het verwarmen van voedingswater enz.