Wat is de betekenis van Ingezetenschap?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ingezetenschap

o., het ingezeten zijn.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ingezetenschap

➝ Ingezetene.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ingezetenschap

(inge'ze:tən) o. het ingezeten zijn.

2024-04-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ingezetenschap

Ingezetenschap - Aan het ingezetenschap verbindt de Grondwet rechten en verplichtingen. Zoo zegt art. 9, dat het recht der ingezetenen tot vereeniging en vergadering wordt erkend. Art. 180, dat ook aan ingezetenen, niet Nederlanders, de verplichting kan worden opgelegd mede te werken tot handhaving der onafhankelijkheid van het Rijk en tot verdedig...

2024-04-28
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Ingezetenschap

a. Algemeen. Het Rijksingezetenschap volgens de wet van 1892 is voor de Koloniën van weinig belang. In dit verband wordt alleen het koloniaal ingezetenschap bedoeld. Deze benaming geeft het beste weer waarom het gaat; zij klopt echter niet steeds met de wettelijke terminologie. Volgens de publicatie van 25 Juli 1831 No. 13, omtrent het Burgerr...

Gerelateerde zoekopdrachten