Wat is de betekenis van infuus?

infuus - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) vochttoediening in de bloedvaten

infuus - zelfstandig naamwoord uitspraak: in-fuus 1. naald met een slangetje eraan waardoor stoffen in je bloed gebracht worden ♢ de medicijnen werden per infuus toegediend Zelfstandig naamwoord: in-fuus het infuus...

infuus: een waterige oplossing van fysiologisch zout of glucose, maar ook wel bloed of een suspensie van rode bloedcellen, die langzaam en automatisch intraveneus aan een renner wordt toegediend of die een renner aan zichzelf toedient. Het eerste werd vroeger niet als een vorm van doping beschouwd, daar het gaat om stoffen die ook oraal kunnen word...

Het geven van een vloeistof aan een ziek persoon door een slangetje naar een naald in een ader in de hand of arm (uitspraak: in-FUUS). Die vloeistof kan bloed zijn (voor bloedtransfusie) of water met zout, suiker of medicijnen erin opgelost. Met een infuus kan de dokter of verpleegkundige in lange tijd een grotere hoeveelheid geven aan een patiënt...

(het; infusen) SP 1 - langzame inspuiting van een vloeistof in het bloedvatenstelsel of in het subcutane weefsel, bv. van een mineralen- en glucoseoplossing, met behulp van een heveltoestel, syn. infusum, baxter (1) • De avond voor het wereldkampioenschap zou BWB-dokter Daniels een baxter die ik meegekregen had van dokter Derluyn, bij me komen aanl...

geneeskundige apparatuur om vloeistof in aderen te spuiten; vloeistof voor een infuus

Kruidenthee is een uitdrukking die u heel vaak zult horen. Volgens de Warenwet mag dat woord zelfs niet eens gebruikt worden. De overheid kent maar één soort thee: de echte. Trouwens ook de fytotherapeuten hebben zo hun eigen termen. Als u een kruidenmengsel neemt, er kokend water over giet en de hele zaak vijf minuten laat trekken, h...

...

aangeboren, ingeschapen.