Wat is de betekenis van In den put zitten?

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

In den put zitten

D.w.z. in verlegenheid zitten; neerslachtig zijn, down zijn (eng. to be down or in the downs); wellicht ontleend aan het ganzenbord; vgl. Harrebomée II, 205: Die in den put zit, moet wachten, tot hij verlost wordt; Handelsblad, 9 Juli 1922, p. 9 k. 1: Het lijdt geen twijfel dat wij hier in den put zitten, diep in...