Impracticabel
(Fr.), bn. (-er, -st), 1. ondoenlijk, onuitvoerbaar ; 2. onbegaanbaar (van een weg); 3. (van zaken) moeilijk te behandelen ; 4. (van personen) wonderlijk in de omgang, onverdraaglijk.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), bn. (-er, -st), 1. ondoenlijk, onuitvoerbaar ; 2. onbegaanbaar (van een weg); 3. (van zaken) moeilijk te behandelen ; 4. (van personen) wonderlijk in de omgang, onverdraaglijk.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[→Fr.], bn. (-er, -st), 1. ondoenlijk, onuitvoerbaar; 2. onbegaanbaar (van een weg); 3. (van zaken) moeilijk te behandelen; (van personen) wonderlijk in de omgang, onverdraaglijk.
Fokko Bos (1914)
impracticabel - onuitvoerbaar; onbegaanbaar (van wegen) ; niet mee om te gaan (van menschen).
J.H. van Dale (1898)
IMPRACTICABEL, bn. (-er, -st), ondoenlijk, onuitvoerbaar; onbegaanbaar (van een weg); moeilijk te behandelen; wonderlijk in den omgang, onverdraaglijk.
I.M. Calisch (1864)
impracticabel - bn. (impracticabeler, impracticabelst), ondoenlijk, onuitvoerbaar; onbegaanbaar (van eenen weg)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: