Wat is de betekenis van import?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

import

import - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) invoer van handelswaar uit het buitenland 2. mensen die afkomstig zijn van elders 3. (informatica) gegevens afkomstig uit een ander systeem Synoniemen invoer Antoniemen export

2024-03-29
Algemene economische basisprincipes

D.J. de Jong & C.J. de Lange (2018)

Import

De bestedingen Brtappeltaart aan goederen en diensten uit het buitenland.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

import

import - zelfstandig naamwoord uitspraak: im-port 1. het in het land brengen ♢ de import van koffie is toegenomen Zelfstandig naamwoord: im-port de import Synoniemen invoer Tegenstellingen expo...

2024-03-29
Begrippenlijst uit Praktische Economie havo 3

Drs. Peter Adriaansen & Dr. Aad Zuiderwijk (2008)

import

Inkoop van goederen en diensten in het buitenland.

2024-03-29
Begrippenlijst uit Praktische Economie vwo 3

Drs. Peter Adriaansen & Dr. Aad Zuiderwijk (2008)

import

Inkoop van goederen en diensten in het buitenland.

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Import

invoer.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Import

invoer; ingevoerde waren

2024-03-29
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

import

Invoer van goederen en diensten in een gastland.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Import

Import - damesbezoek van buiten de stad. Zie ook Haagse Horde.