Wat is de betekenis van Importuniteit?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Importuniteit

[Lat. importunitas] ongelegenheid, overlast.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Importuniteit

overlast

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Importuniteit

hinderlijkheid, overlast.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Importuniteit

v., overlast; het ongepast aandringen of het komen op een niet passend ogenblik.

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Importuniteit

ongelegenheid, overlast, lastigheid.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

importuniteit

v. lastigheid, overlast, ongelegenheid.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

importuniteit

v. (Fr. [Lat. importunitas]: lastigheid; overlast, ongelegenheid).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

importuniteit

('teit) v. (over)last, ongelegenheid, ongepastheid.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

importuniteit

v., overlast; het ongepast aandringen of het komen op een niet passend ogenblik.

Gerelateerde zoekopdrachten