Wat is de betekenis van Implacabel?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Implacabel

(<Fr.), bn. (-er, -st), onverzoenlijk.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Implacabel

[Lat. implacabilis, van in = niet, en placare = glad maken, verzoenen; vgl. placere = behagen] onverzoenlijk.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Implacabel

onverzoenlijk

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Implacabel

onverzoenbaar

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

implacabel

onverzoenlijk.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

implacabel

bn., bw. (Fr. [Lat. implacabilis]: onverzoenlijk).

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

implacabel

[→Fr.j, bn. (-er, -st), onverzoenlijk.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

implacabel

implacabel - onverzoenbaar.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Implacabel

onverzoenlijk, onverbiddelijk, onbarmhartig.

Gerelateerde zoekopdrachten