immer
immer - bijwoord uitspraak: im-mer 1. elke keer weer ♢ het is immer hetzelfde Bijwoord: im-mer Synoniemen aanhoudend, altijd, gedurig, herhaaldelijk, telkens Tegenstellingen nimmer, nooit
Muiswerk Educatief (2017)
immer - bijwoord uitspraak: im-mer 1. elke keer weer ♢ het is immer hetzelfde Bijwoord: im-mer Synoniemen aanhoudend, altijd, gedurig, herhaaldelijk, telkens Tegenstellingen nimmer, nooit
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
immer, altijd, steeds, al; auf immer, für immer, voor altijd; was immer, wat ook, wat niet al.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., 1. altijd, steeds, aanhoudend; door alle tijden heen: hij zal zijn beginselen immer getrouw blijven ; immer hetzelfde ; voor immer; 2. te eniger tijd, ooit: zal ik wel immer met een ander zo gelukkig kunnen zijn? ; ooit of {te) immer.
Jozef Verschueren (1930)
(immər) bw. [ie, ooit + meer] 1. altijd, voor de toekomst: voor verlaten. Syn. →: altijd. 2. steeds, aanhoudend.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: