Wat is de betekenis van immensiteit?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

immensiteit

immensiteit - Zelfstandignaamwoord 1. het immens zijn, de onmetelijkheid Woordherkomst afgeleid van immens met het achtervoegsel -iteit

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Immensiteit

[Lat. immensitas] onmetelijkheid.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Immensiteit

onmetelijkheid; oneindigheid

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Immensiteit

onmetelijkheid

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Immensiteit

v., onmetelijkheid, oneindigheid.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

immensiteit

v. onmetelijkheid; oneindigheid.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

immensiteit

v. (Fr. [Lat. immensitas]: onmetelijkheid, oneindigheid), (s = s of z).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

immensiteit

('teit) v. onmetelijkheid, ontelbaarheid, ontzaglijkheid, oneindigheid.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

immensiteit

v., onmetelijkheid, oneindigheid.

Gerelateerde zoekopdrachten