ijselijk
(2008) (jeugd) geweldig, erg goed. • (Prisma miniwoordenboek 'Drop your lyrics'. 2008)
Marc De Coster (2020-2024)
(2008) (jeugd) geweldig, erg goed. • (Prisma miniwoordenboek 'Drop your lyrics'. 2008)
Wiktionary (2019)
ijselijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. afschuwelijk. ♢ Het was haar niet alleen ontnomen, maar tot de ijselijkste kwelling gemaakt. Woordherkomst Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord ijzen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. wat doet ijzen, verschrikkelijk, afgrijselijk: een ijselijke daad; een ijselijke wraak nemen; — (in verzwakte bet.) hevig, zeer groot, erg enz. : een ijselijke steek in de zij ; 2. (bw.) in zeer hoge mate : ijselijk koud; ijselijk lelijk.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (verschrikkelijk, afgrijselijk; zeer erg, zeer hevig): een ijselijke wraak; het is er ijselijk koud; ik vond het ijselijk mooi.
Jozef Verschueren (1930)
('ijsələk) 1. bn. en bw. (-er. -st) [ijzen] schrikkelijk : een -e wraak. Syn. → afgrijselijk. 2. bw. erg, zeer : koud; aardig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: