Wat is de betekenis van ijl?

ijl - Bijvoeglijk naamwoord 1. met een lage dichtheid ♢ In de bergen is er vaak een ijle lucht. ijl - Werkwoord

ijl - bijvoeglijk naamwoord 1. dun, verdund ♢ in de bergen is de lucht erg ijl Bijvoeglijk naamwoord: ijl ... is ijler dan ... het ijlst de/het ijle ...

(v.), afk. van Infantiele Encefalopathie; → cerebral palsy.

I. Als bnw. In de verb. een ijle niet, in toep. op een onbenullige gebeurtenis, uitlating enz.: kleinigheid, niemandalletje. Vader kon zich om een ijle niet zo gauw kwaad maken en duldde geen tegenspreken, CLAES 1955, 49. II. Zelfst. gebr. 1. Een ijle, een flauwerd; - ijle vertellen, flauwe praat verkopen. 2. Het ijle,...

niet dicht opeen, wordt b.v. gezegd van een beharing en van een begroeiing.

adj., idel, inkeld.

...

...

(samentr. van IJDEL), bn. (-er, -st), 1. ledig: de ijle ruimte ; — ijle haring, haring zonder hom of kuit; ijle dravik, onvruchtbare (Bromus sterilis); 2. met veel tussenruimte, los, dun : ijl linnen ; ijl haar ; de doorzichtige, ijle wolken ; ijle dennenbosjes ; — ijle rogge (gew.), helm, helm...