Iemand of iets onder de duim hebben
hem of het in zijn macht hebben, vaak in toepassing op kennis die men beheerst. De duim, als de sterkste vinger, wordt hier genomen als het zinnebeeld van macht (vgl. Fr. avoir du pouce, kracht hebben); zie b.v. de volgende aanh. uit Vondels gedichtje Op den koperen Duim van 't beelt des Hartogen van Alba: „O Dwinglandy wat zijt ge bros!...