iemand een voertje zetten
(1914) (Barg.) iemand bedriegen, belazeren. Eigenlijk: een lokaas strooien om bijvoorbeeld vissen te vangen. • Jij durft niet eens een voertje te zetten bij je mevrouw om haar en heel de rest voor onze rolwagen te spannen. (Willem van Iependaal: De dans om de rinkelbom. 1939)