Wat is de betekenis van huiskamer?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

huiskamer

Het begrip huiskamer heeft 3 verschillende betekenissen: 1) woonkamer. vertrek in een huis of gebouw dat erop is ingericht om daar overdag en 's avonds in te verblijven. 2) opvangruimte voor doelgroepen. vertrek in een niet voor verdere bewoning bestemd gebouw dat erop is ingericht dat bepaalde doelgroepen daar overdag en/of �...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

huiskamer

huiskamer - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een kamer ingericht om in te wonen De huiskamer was op het noorden gelegen. Woordherkomst samenstelling van huis en kamer Synoniemen leefkamer, living, woonkamer, woonvertrek

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

huiskamer

huiskamer - zelfstandig naamwoord uitspraak: huis-ka-mer 1. kamer die door het hele gezin het meest gebruikt wordt ♢ we zaten in de huiskamer televisie te kijken Zelfstandig naamwoord: huis-ka-mer de huiskamer...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

huiskamer

huiskamer - Kamers in woonhuizen, vaak naast de keuken gelegen, die gebruikt worden om te eten en te drinken, te verpozen en voor andere dagelijkse bezigheden. Doorgaans in combinatie met een 'nette kamer'. Zie voor soortgelijke vertrekken in woonhuizen na 1945 'woonkamers'.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Huiskamer

s., hús-, wenkeamer.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huiskamer

v. (-s), -woonkamer, kamer waar het gezin dagelijks in huist.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huiskamer

v. -s; kamer, waarin het gezin gewoonlijk verblijft

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

huiskamer

('huis) v. (—s) kamer waarin het huisgezin gewoonlijk verblijft.