Wat is de betekenis van huisbediende?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

huisbediende

dienstbode. iemand die voor zijn beroep in persoonlijke dienst is van een doorgaans welgestelde persoon voor het verrichten van huishoudelijke taken; dienstbode. Voorbeelden: De butler sloot de zware buitendeur, passeerde hen met een hoffelijke buiging, gebaarde hem te willen volgen, over het dikke gangtapijt naar de tweede deur rech...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Huisbediende

m. en v. (-n), bediende voor huiselijk werk ; — (Ind.) „jongen” voor de bediening in huis.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

huisbediende

m. en v. meestal m. -n; mannelijke of vrouwelijke dienstbode; O.-I. jongen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

huisbediende

v./m. (-n, -s), bediende voor huiselijk werk.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Huisbediende

HUISBEDIENDE, m. en v. (-n), bediende voor huiselijk werk; — (Ind.) „jongen” voor de bediening in huis; ...BEL, v. (-len), bel of schel aan de voordeur; ...BESTIER, ...BESTUUR, o. het bestuur van het huis, het huishoudelijk beleid; (ook) de bestuurders van een huis of gesticht; ...BEWAARDER, m. (-s), ...BEWAARSTER, v. (-s), d...