Wat is de betekenis van houvast?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Houvast

o. (-en), 1. iets dat men, of waaraan men een zaak vast kan houden, meest oneig. in de uitdr. ergens geen houvast aan hebben, er geen vat op hebben; 2. balkhaak; — zware kram met een wigvormige punt aan beide uiteinden, waarmede balken, delen enz. worden vastgelegd; 3. aan één zijde puntige bout, met een blad met spijke...

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

houvast

houvast - zelfstandig naamwoord uitspraak: hou-vast 1. hulp die je krijgt bij problemen ♢ aan die gebruiksaanwijzing had ik weinig houvast 2. waar je je aan kunt vasthouden ♢ het gladde ijs geef...

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Houvast

s.n., hâld (it), hâldfêst (it), oanhâld (it); — geven, foet jaen; — krijgen, skrep, skrip krije.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

houvast

o. -en; 1. iets, waaraan men zich of waaraan men iets vast kan houden; inz. fig. vastigheid, steun: een houvast hebben aan iem.; 2. soort van klampen, haken enz.: een koperen houvast; in Z.-N. is houvast m. en als bn. en bw. = gierig.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

houvast

(hou'vast) o. (-en) 1. Eig. haak, kram die iets vast kan houden: een koperen -. 2. Metf. iets, iemand waaraan men vast kan houden inz. steun: er is aan iets geen -; men heeft aan hem -.

2025-07-17
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Houvast

Houvast - Om stijlen, leuningen of andere houten constructiedeelen aan muurwerk te verbinden maakt men meestal gebruik van een verbindingsijzer, h. genaamd, dat men met het eene einde, dat puntig gemaakt is, in den muur slaat, terwijl het andere einde, dat bladvormig uitgesmeed wordt, met een of meer houtschroeven aan het houtwerk verbonden wordt....

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

houvast

o. (-en), 1. iets dat men, of waaraan men een zaak vast kan houden, meestal oneig. in de uitdrukking ergens geen aan hebben, er geen vat op hebben; 2. balkhaak; zware kram met een wigvormige punt aan beide uiteinden, waarmee balken, delen enz. worden vastgelegd.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Houvast

HOUVAST, o. gelegenheid om vast te houden, in de uitdr. ergens geen houvast aan hebben, er geen vat op hebben; —, (-en), eene zware kram met eene wigvormige punt aan beide uiteinden, waarmede balken, delen enz. worden vastgelegd; (ook) puntige bout (met spijkergaten); —STEEN, m. (-en), metselsteenen met eene verhooging langs de smalle...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Houvast

Houvast, o. (-en), puntige bout (met spijkergaten), zware kram.