Hottentot
1) (18e eeuw) (als eerste lid van een samengesteld woord) om aan te duiden dat wat volgt achterlijk, ruw is. • Thuis was er een pick-up, Bob Dylan werd opgezet en er werd geroepen: ‘Zet die Hottentotmuziek af!’ (Chris van Esterik: Jongens waren we. 2016) 2) (18e eeuw) (scheldw.) achterlijk, dom persoon. Eigenlijk: lid van ee...