hoorndul (horendul)
Razend, woedend, hoorndol; ergens hoorndul van worden, soms bep.: van streek raken, volledig van de kook raken; door associatie met het ww. horen: gek worden (van lawaai enz.). ’t Heeft er weer gestormd: de gekken huilden en brulden vannacht om hoorndul te worden. De wakers zijn dan ’s morgens niet uitgeslapen, LANGENS 194...