Wat is de betekenis van Hoofddoek?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

hoofddoek

Het begrip hoofddoek heeft 2 verschillende betekenissen: 1) doek om het hoofd gedragen. doek die, meestal door vrouwen, om het hoofd gedragen wordt. 2) doek om religieuze redenen gedragen. doek die door vrouwen om het hoofd wordt gedragen en meestal de haren en de nek bedekt en soms ook een deel van het gezicht en die om religieuze r...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hoofddoek

hoofddoek - Zelfstandignaamwoord 1. een vierkante lap stof die vooral door vrouwen driehoekig samengevouwen over het hoofd gedragen wordt In islamitische kringen wordt het dragen van hoofddoekjes veelal als religieuze plicht gezien. Woordherkomst samenstelling van hoofd en doek ...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hoofddoek

hoofddoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: hoofd-doek 1. doek die je om het hoofd slaat ♢ dat ze moslim is, kun je zien aan de hoofddoek die ze draagt Zelfstandig naamwoord: hoofd-doek de hoofddoek ...

2024-04-27
De A is van Amalia, die is allochtoon, een multiculti ABC

Hans Kaldenbach (2007)

Hoofddoek

De hoofddoek is ongetwijfeld het meest besproken kledingstuk van de laatste jaren. Veel Nederlanders zijn vergeten dat een hoofdkap een vast onderdeel was van de klederdracht van vrouwen. Ook katholieke nonnen bedekken hun haren om niet wulps over te komen. Waarom dragen sommige islamitische meisjes een hoofddoek? Er is een mix van motieven: - Som...

2024-04-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

hoofddoek

hoofddoek - Rechthoekige stukken stof die vanaf de achterkant van het hoofd worden omgeslagen en achter het hoofd worden geknoopt of vastgestopt zodat ze het gezicht vrijlaten. Dergelijke hoofddoeken werden in de Verenigde Staten altijd geassocieerd met slavernij en dienstbaarheid van Afrikaans-Amerikaanse vrouwen. Sinds enkele jaren gebruiken somm...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hoofddoek

s., holdoek, kap(pel)doek.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoofddoek

m. (-en), doek die men om het hoofd slaat, inz. als vrouwenkledingstuk; eert. een uitstaande kap van wit goed, die in plooien op de schouders neerviel ; — (Ind.) vierkante lap van bepaalde grootte, veelal van gebatikt goed, op bep. wijze om het hoofd gevouwen (bij de inlanders).

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hoofddoek

m. -en; om het hoofd gelegde doek (als hoofddeksel); op Java steeds, in de Buitengewesten veelal gebatikte hoofdbedekking voormannen, vierkant en van vaste maat.