Wat is de betekenis van hofhouding?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hofhouding

v. (-en), de gehele huishouding van een (inz. vorstelijk) hof, met de daarbij behorende bedienden : zijn schitterende hofhouding verslond schatten gouds.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hofhouding

hofhouding - Zelfstandignaamwoord 1. het geheel van personen waarmee een hoge wereldlijke of geestelijke machthebber zich omringt Huwelijk er oorlog, behandelt de vijftien jaar na Juliana's studie tot haar terugkeer uit Canada. Onaangename jaren, omdat Juliana omwille van de dynastie gedwongen was een ec...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hofhouding

hofhouding - zelfstandig naamwoord uitspraak: hof-hou-ding 1. alle personen waarmee een machthebber zich omringt ♢ bij de hofhouding van de koningin hoort het huishoudelijk personeel, maar ook haar persoonlijke secretaris Zelfstandig naamwoord: ...

2025-07-15
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

hofhouding

De organisatie die de Koning en de leden van het Koninklijk Huis ondersteunt bij de uitoefening van hun functie, bij het hooghouden van de koninklijke waardigheid, en in het verlengde daarvan bij de inrichting van de koninklijke huishouding. Tegenwoordig wordt de hofhouding ook betiteld als Dienst (van het) Koninklijk Huis. In nauwe samenwerking me...

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hofhouding

vorstelike huishouding.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hofhouding

s., hofhâlding.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)