hibernus
hibérnus (-a, -um), - van Lat. hĭems, winter: winterachtig, in den winter bloeiend, in den winter groeiend, in den winter op het veld staand, winter-.
Dr. C. A. Backer (1936)
hibérnus (-a, -um), - van Lat. hĭems, winter: winterachtig, in den winter bloeiend, in den winter groeiend, in den winter op het veld staand, winter-.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. stormachtig. 2. winterachtig, winter-, hiberna castra, Liv., en alleen hiberna, ōrum, n., Caes., de winterkwartieren.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: