Wat is de betekenis van hi?

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

hi

hei!, hé!

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hi

tw., 1. om een lachend geluid weer te geven: -, —, —, grinnikte hij; ook voor het schreiend geluid van kinderen, -, —, snikte ze.

2024-04-28
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Hi

Zie HY ....