Wat is de betekenis van hexaëder?

hexaëder - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) een veelvlak (polyeder) met zes vlakken ♢ een regelmatige hexaëder, die is opgebouwd uit zes vierkanten van gelijke grootte, wordt een kubus genoemd Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'hedra' (zetel, vlak) met het voorvoegsel hexa-...

[v. Gr. hex = 6, en hedra = zetel, (zit)vlak] regelmatige zesvlakker = kubus.

kubus; regelmatig zesvlak

regelmatig zesvlak, kubus.

(Gr.), o. en m. (-s), (meetk.) regelmatig zesvlak, kubus.

(< → hexa-, + → -eder -vlak). Regelmatig zesvlak (bij kristallen).

zesvlak.

m. regelmatig zesvlak.

(<; Gr. = zes; = -vlak). Lett. zesvlak. Math. Kubus. Bij Euclides (ca. 300 v. Chr.) heet dit lichaam elders in de Gr. wiskunde beduidt echter ook wel balk.