Wat is de betekenis van het is maar kraakschoen?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

het is maar kraakschoen

(1906) (Antwerpen) veel geschreeuw, weinig wol. • Spr. 't Is maar kraakschoen, veel geschreeuw en weinig wol. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)