Hemelsch
HEMELSCH, bn. bw. wat tot den hemel behoort, van of uit den hemel: de hemelsche Vader, God; de hemelsche gelukzaligheid; de hemelsche machten; — rein, van een goddelijken glans vervuld hemelsche oogen; — een hemelsch huwelijk, volkomen gelukkig; : verrukkelijk, goddelijk ’t is eene hemelsche verschijning, van eene schoone vrouw g...