Wat is de betekenis van hees?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hees

hees - Bijvoeglijk naamwoord 1. (personen) geen helder stemgeluid kunnen produceren. Je klinkt nogal hees. 2. (stem) niet helder, klankloos. Wat heb je toch een hese stem! hees - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van hijsen ...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hees

hees - bijvoeglijk naamwoord 1. bijna zonder klank ♢ zijn stem klonk hees Bijvoeglijk naamwoord: hees ... is heser dan ... de/het hese ...

2024-04-27
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Hees

Wanneer we - of iemand anders - in de droom hees zijn, dan kunnen we vermoedelijk in de waaktoestand geen woord meer zeggen om ons teweer te stellen tegen kwade beschuldigingen of duistere praktijken. Misschien draaien we ook graag om de hete brij heen, zodat het onbewuste ons door de hese stem wil waarschuwen om alleen dan iets te zeggen, wanneer...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hees

heser, heesste, dof, nie helder nie.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hees

adj., heas.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hees

bn. (heser, meest —), (van personen) door een aandoening of door overmatige inspanning der stemorganen geen helder stemgeluid kunnende voortbrengen (niet geheel hetz. als schor): ik ben hees; zich hees schreeuwen; — (van de stem) klankloos, niet helder: met een hese stem spreken; ook: een hese keel; hese geluiden, o...

2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Hees

(1), (vroeger Heesch) gemeente in de prov. N.Brabant. 372 ha, 4062 inw. Landbouw';(2) dorp onder Nijmegen. Groenten; (3) gemeente in België, prov. Limburg. 362 ha, 713 inw. Landbouw' en veeteelt.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HEES

is een gemeente in Belgisch Limburg, bij het Albertkanaal, op vlakke leembodem (372 ha); landbouw. Inw. (1949) 732. Het was vroeger een van de elf St-Servaasbanken, d.i. heerlijkheden van het kapittel van Maastricht onder directe bescherming van de keizer.