Wat is de betekenis van harrel?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

harrel

harrel - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) een vlas- of hennepstengel 2. (landbouw) vlas- of hennepvezel 3. (overdrachtelijk) iets van weinig waarde, niets Zij voerde geen harrel uit. Woordherkomst (erfwoord) van Germaans: *harwa «vlas»

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Harrel

is een speciale naam voor een strovlasstengel.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Harrel

HEREL, v. (-s), (gew.) 1. vlasstengel; 2. hennepvezel: kabelgaren wordt van hands gesponnen; 1.3. een harreitje, een kleinigheid, een ziertje.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

harrel

m. -s, vezel van vlas of hennep.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

harrel

('harrәl) m. (-s; -tje) [~ haar] vezel van vlas of hennep.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Harrel

HARREL, v. (-s), (gew.) vlasstengel; (ook) hennepvezel: kabelgaren wordt van harrels gesponnen; (gew.) een harreltje, eene kleinigheid, een ziertje.