harrel
harrel - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) een vlas- of hennepstengel 2. (landbouw) vlas- of hennepvezel 3. (overdrachtelijk) iets van weinig waarde, niets ♢ Zij voerde geen harrel uit. Woordherkomst (erfwoord) van Germaans: *harwa «vlas»
Wiktionary (2019)
harrel - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) een vlas- of hennepstengel 2. (landbouw) vlas- of hennepvezel 3. (overdrachtelijk) iets van weinig waarde, niets ♢ Zij voerde geen harrel uit. Woordherkomst (erfwoord) van Germaans: *harwa «vlas»
Van Dale Uitgevers (1950)
HEREL, v. (-s), (gew.) 1. vlasstengel; 2. hennepvezel: kabelgaren wordt van hands gesponnen; 1.3. een harreitje, een kleinigheid, een ziertje.
J.H. van Dale (1898)
HARREL, v. (-s), (gew.) vlasstengel; (ook) hennepvezel: kabelgaren wordt van harrels gesponnen; (gew.) een harreltje, eene kleinigheid, een ziertje.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: