Harderwijker
I. bn., uit Harderwijk; II. zn. m. (-s), 1. iem. uit Harderwijk; 2. (te Harderwijk gerookte) bokking.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., uit Harderwijk; II. zn. m. (-s), 1. iem. uit Harderwijk; 2. (te Harderwijk gerookte) bokking.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip Harderwijker heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand uit Harderwijk. iemand die afkomstig is uit Harderwijk; inwoner van Harderwijk. 2) van Harderwijk. van Harderwijk; uit Harderwijk; in Harderwijk.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(1973) (Rotterdam, scheldw.) vrek; gierigaard. Vgl. de uitdrukking ‘hij is van Harderwijk’: hij heeft geen geld. Refereert aan Harderwijk in Gelderland. Tevens wordt gezinspeeld op een ‘hard’ leven. Een gierigaard noemt men in de volkstaal ook een bolleschok*; een centenbijter* of centendief*; een droogkakker*; een duit...
Marc de Coster (2007)
(Rotterdam) vrek; gierigaard. Vgl. de uitdrukking hij is van Harderwijk: hij heeft geen geld. Refereert aan Harderwijk in Gelderland. Tevens wordt gezinspeeld op een ‘hard’ leven.Harderwijker: wrek. (Opoe Herfst. Samengesteld door reclame-adviesbureau Advertising Marketing + Design, Rotterdam, 1973)
Jozef Verschueren (1930)
m. (-s) persoon of zaak uit Harderwijk nl. 1. inwoner, man afkomstig van Harderwijk. 2. harderwijker aldaar gerookte bokking.
J.H. van Dale (1898)
HARDERWIJKER, m. (-s), iem. uit Harderwijk; (ook) eene benaming voor te Harderwijk gerookte bokking.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: