handschoentje
(1906) (Ned.-Indië) een bij volmacht gehuwde vrouw. Zie ook: met de handschoen trouwen. • Wij (hebben) nog onze „handschoentjes” en onze „staarten". (Priick van Wely: Koloniaal Nederlandsch-Engelsch, Fransch, Duitsch aanvullend Hulpwoordenboek. Supplement op alle in Nederland verschenen Lexica. Batavia. 1906) • Een...