Wat is de betekenis van Handhaven?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

handhaven

handhaven - Werkwoord 1. (ov) iets doen voortbestaan, aan iets vasthouden Hij handhaafde zijn bezwaar tegen de bezuiniging. 2. (ov) krachtdadig in stand houden, naleving afdwingen De orde werd met grof geweld gehandhaafd. 3. (refl) zich een pos...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

handhaven

handhaven - regelmatig werkwoord uitspraak: hand-ha-ven 1. ervoor zorgen dat het blijft bestaan ♢ de politie handhaaft de orde in deze stad 2. ervoor zorgen dat je niet weg hoeft ♢ hij kon zich...

2024-04-26
Waterschaps begrippenlijst

Hoogheemraadschap van Rijnland (2016)

Handhaven

Controle op de naleving van de regels, zoals die bijvoorbeeld staan vermeld in de keur en de wetboeken van de Rijksoverheid.

2024-04-26
Organisatie en Management ABC

Jos Marcus & Nick van Dam (2007)

Handhaven

Het resultaat van de samenwerking heeft geen betrekking op de kernactiviteit van de marktleider. De onderneming is in de activiteit wel marktleider. Dit is een defensieve strategie.

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

handhaven

handhaven - Het verzekeren dat aan wetten of reglementen de hand gehouden wordt.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Handhaven

v., hanthavenje, hânhâlde; zich weten te —, der wêze doare; zich —, it der foar hâlde, it geande hâlde, de fuotten ûnder ’t gat hâlde, it op fuotten hâlde, op (’e) fuotten bliuwe de kop der foar hâlde; zich niet kunnen —, ûnder (�...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handhaven

(handhaafde, heeft gehandhaafd), 1, iem. of iets in stand houden, er voor waken dat hij (het) blijft in de staat of toestand waarin hij (het) zich bevindt ; zorgen dat iets niet geschonden wordt: de orde, een beginsel handhaven; de Grondwet handhaven; 2. niet terugnemen, niet intrekken: een stelsel handhaven; de vorst handh...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

handhaven

handhaafde, h. gehandhaafd (in stand houden, de hand houden aan; hij uitbr. steunen, beschermen; zorg dragen dat iets blijft, zoals het is): zijn gezag handhaven, zijn roem, een besluit de vrede handhaven; ik zal handhaven, zie Je Maintiendrai; refl. zich handhaven op het toneel der academische samenleving.