handhaven - regelmatig werkwoord
uitspraak: hand-ha-ven
1. ervoor zorgen dat het blijft bestaan
♢ de politie handhaaft de orde in deze stad
2. ervoor zorgen dat je niet weg hoeft
♢ hij kon zich goed handhaven in die groep
Regelmatig werkwoord: hand-ha-ven
ik handhaaf
jij/u handhaaft
hij/zij handhaaft
wij/zij/jullie handhaven
ik/jij/u/hij/zij handhaafde
wij/zij/jullie handhaafden
hij heeft gehandhaafd
de/het/een gehandhaafde ....
handhavend, handhavende
Tegenstellingen
modificeren, variëren, veranderen, vermaken, wijzigen
Gepubliceerd op 14-11-2017
handhaven
betekenis & definitie