haf
haf - Zelfstandignaamwoord 1. strandmeer
drs. L.A. Beeloo (1981)
een inham aan de vlakke kust van de Oostzee, vooral in West- en Oost-Pruisen. Gewoonlijk door een schoorwal, De „Nehrung”, van de zee gescheiden, b.v. het Koerische Haf, het Friese Haf.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-fen), (aardr.) strandmeer, inham der zee achter een landtong of enige kusteilanden gelegen, bepaaldelijk aan de kust der Oostzee.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
uit het Scandinavische woord haf, dat zee (of een deel daarvan) betekent, komt nog slechts voor als de naam van eigenaardige inhammen, vooral aan de Oostzee. Het zijn baaivormige, door eilanden of smalle, zandige landtongen (schoorwallen, Duits: Nehrungen), van de open zee gescheiden gedeelten, die dikwijls nagenoeg zoet of althans brak wate...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: