Wat is de betekenis van Haf?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haf

haf - Zelfstandignaamwoord 1. strandmeer

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Haf

[Du. Haff, van Zweeds haf = zee] zee-inham gelegen achter landtong,

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Haf

strandmeer

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Haf

een inham aan de vlakke kust van de Oostzee, vooral in West- en Oost-Pruisen. Gewoonlijk door een schoorwal, De „Nehrung”, van de zee gescheiden, b.v. het Koerische Haf, het Friese Haf.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Haf

o., strandmeer; inham van de zee, vooral aan de Oostzee

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Haf

s.n., (binnen)hêf (it).

2024-04-29
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haf

o. (-fen), (aardr.) strandmeer, inham der zee achter een landtong of enige kusteilanden gelegen, bepaaldelijk aan de kust der Oostzee.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HAF

uit het Scandinavische woord haf, dat zee (of een deel daarvan) betekent, komt nog slechts voor als de naam van eigenaardige inhammen, vooral aan de Oostzee. Het zijn baaivormige, door eilanden of smalle, zandige landtongen (schoorwallen, Duits: Nehrungen), van de open zee gescheiden gedeelten, die dikwijls nagenoeg zoet of althans brak wate...