Wat is de betekenis van hachelijk?

2025-06-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hachelijk

bn. bw. (-er, -st), gevaarlijk, gewaagd, onzeker in zijn gevolgen: een hachelijk stuk bestaan, een waagstuk; — netelig, kritiek: de toestand is hachelijk.

2025-06-25
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

hachelijk

Hachelijk betekent gevaarlijk of risicovol. Het wordt gebruikt om situaties te beschrijven die gevaar of grote moeilijkheden met zich meebrengen. Bijvoorbeeld: "Het was een hachelijke onderneming om door de storm te varen."

2025-06-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hachelijk

hachelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. aanmerkelijk aan gevaar of risico blootstaand De tocht over het ijsveld was een hachelijke onderneming. Woordherkomst afgeleid van hacht met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- Verwante begrippen hach, hachje, gevaarlijk, link

2025-06-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hachelijk

hachelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ha-che-lijk 1. met de kans dat er iets ergs gebeurt ♢ die bergbeklimming was een hachelijke onderneming 2. waar je ongerust van wordt ♢ ik vind dat h...

2025-06-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Hachelijk

De oudste vorm van het woord is: hachtelijk, een afleiding van het zelfstandig naamwoord: hachte dat: risico, gevaar betekende en ook voorkwam in de zin van: gevangenschap. Het Duits kent in die betekenis: Haft met de bekende wisseling f-ch (gracht-Graft, kracht-Kraft). Natuurlijk is er verwantschap met het werkwoord: hechten, dat in het Middelnede...

2025-06-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hachelijk

adj. & adv., nuodlik, faei, bihyplik; (adv.), wikkerdewik.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)