Habenula
(verkleinw. van habena, teugel), de twee steeltjes der glandula pinealis (zie ald.); achterwaartsche voortzetting der striae medullares. H. ganglionaris, = ganglion spirale (zie ald.). H. perforata, een weefsellaag in het oorlabyrinth, die door de vezels van den n. cochlearis doorboord wordt.