Wat is de betekenis van Haasten?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haasten

haasten - Werkwoord 1. (refl) trachten om dat wat men te doen heeft snel af te maken Hij haastte zich naar de deur. Woordherkomst afgeleid van haast ?? met het achtervoegsel -en

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

haasten

haasten - regelmatig werkwoord uitspraak: haas-ten 1. snel doen omdat je weinig tijd hebt ♢ zij haastte zich naar de trein Regelmatig werkwoord: haas-ten ik haast jij/u haast ...

2024-04-28
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

haasten

iets in zeven haasten doen (snel afwerken)

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Haasten

v., driuwe; zich —, jin haest(j)e, oanmeitsje, oanavensearje; zich erg —, jin forhastigje, forhaestje; haast je rep je, repdy-skeardy.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haasten

(haastte, heeft gehaast), I. (onoverg.) 1. jagen, ongeduld tonen; (bijb.) zij die geloven haasten niet, de gelovige wacht geduldig af; 2. haast, spoed maken met hetgeen men doet; inz. zich met haast ergens heen begeven; 3. (w. g.) haast hebben: „ik zal het boek morgen terugbrengen", „o, dat haast niet" ; II....

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haasten

haastte, h. gehaast (tot haast aansporen of aanzetten): haast mij toch zo niet; ik ben gehaast, heb weinig tijd; inz. zich haasten (zich spoeden), haastte z., h. z. gehaast: gij moet u haasten; haast je wat! hij kwam haastje, rep je; haast je maar niet; zegsw. haast u langzaam; zie festina lente.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haasten

('ha:stən) (haastte, heeft gehaast) 1. tot haast, spoed aanzetten : je moet zo niet -; ik ben gehaast, heb weinig tijd 2. zich -, zich spoeden : haast u wat! het ging daar haast-je, rep-je, om toch maar klaar te komen; haast je maar niet (er komt nog een trein); haast u langzaam, doet alles met overleg.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Haasten

„Wie gelooft, die zal niet haasten”, Jes. 28 : 16. Dit is één der vele uitspraken der Schrift, die gewoonlijk op den klank af worden aangehaald, met het gevolg, dat er een geheel andere beteekenis aan wordt gegeven dan ze naar het verband hebben. Dat een geloovige niet moet vooruitloopen, maar rustig Gods tijd afwachten, i...