Wat is de betekenis van haarklover?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haarklover

haarklover - Zelfstandignaamwoord 1. muggenzifter Woordherkomst afgeleid van haarkloven met het achtervoegsel -er

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

haarklover

bemoeizuchtig, pedant persoon; iemand die voortdurend opmerkingen maakt over beuzelarijen; vitter; muggenzifter-, azijnzijker. Eigenlijk: iemand die (in figuurlijke zin) een haar splijt. Het werkwoord hairklooven vinden we o.a. terug bij Justus van Effen (De Hollandsche Spectator, 1732). Vgl. Duits: Haarklauber; Silbensticfier, Frans: coupeur de c...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haarklover

m. (-s), iemand die over kleinigheden valt, muggenzifter, vitter.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haarklover

m. haarklovers (fig. muggenzifter, vitter, kleingeestig bediller).