H artstochtelijk
bn. bw. (-er, -st), I. bn., 1. vol hartstocht; met licht opgewekte hartstochten: een hartstochtelijk man; ge moet niet zo hartstochtelijk zijn, u niet zozeer door uw hartstochten of driften laten medeslepen, niet zo onstuimig zijn; 2. door hartstocht gedreven tot hetgeen het zn. noemt: hij is een hartstochtelijk jager, een vurig bem...