Wat is de betekenis van Gulp?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Gulp

Gulp - Eigennaam 1. (toponiem: rivier) rivier in Limburg De Gulp ontspringt in België en komt Nederland binnen bij Slenaken. Zie ook gulp

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gulp

gulp - zelfstandig naamwoord 1. sluiting aan de voorkant van een broek ♢ in de wc deed hij zijn gulp open 2. dikke straal die plotseling begint te lopen ♢ er kwam een gulp water uit het tentzeil Ze...

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Gulp

zie ook een grote gulp en niks erin: 1. daar giert mijn - van open,uiting van verontwaardiging. Syn. daar zakt mijn broek van af. Jeugdtaal eindjaren tachtig. Maar wat die bojoos nou maken, daar giert mijn gulp van open! (Kees van Kooten, in: Humo, 02/05/91, persiflage op jeugdtaal). 2. de- raken,slanguitdr. voor ‘copuleren’.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gulp

opening voor in mansbroek; gegulp, uitspuit.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gulp

s., gjalp, flods, flodze, snjit, flap(pe), waps, japs; met -en, gjalpich; (in broek), gulp.

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

gulp

I. (in)slikken; gulp down, (in)slikken, inslokken, naar binnen slaan; fig onderdrukken [snik, woede]; II. slikken; slokken; III. slik, slok; at a (one) gulp, in één slok (teug).

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gulp

v. (-en), (gew. GOLP), 1. dikke straal, stroom, die plotseling te voorschijn komt of over iets wordt uitgestort: er kwam in eens zo'n gulp water uit de pomp ; 2. grote teug of slok : hij dronk zijn glas melk met een paar gulpen leeg.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gulp

I. v. gulpen (golf, brede straal vloeistof, die ergens uitbarst); de wijn spatte met gulpen uit het vat. II. v. (riviertje in Z.-Limburg): de gulp is een bijrivier der Geul. III. Gulp, v. gulpen (opening, split); de gulp van een (verticale) broekzak; de gulp in officiers-overjassen, zakopening vóór.