Wat is de betekenis van Grootwinkelbedrijf?

grootwinkelbedrijf - Zelfstandignaamwoord 1. een winkel met filialen in vele plaatsen. ♢ Het grootwinkelbedrijf had 30 vestigingen. Woordherkomst samenstelling van groot en winkelbedrijf

grootwinkelbedrijf - zelfstandig naamwoord uitspraak: groot-win-kel-be-drijf 1. groot bedrijf met veel vestigingen waar je allerlei spullen kunt kopen ♢ de Bijenkorf, de Hema en C&A zijn voorbeelden van grootwinkelbedrijven Zelfstandig naamwoord...

(GWB) Grote detailhandelsorganisatie (op basis van omzet, aantal werknemers en/of aantal vestigingen). Voor veel producten in het assortiment is er bij grootwinkelbedrijven sprake van een integratie van de groothandelsfunctie met de detailhandelsfunctie. Tot het grootwinkelbedrijf worden grootfiliaalbedrijven en warenhuizen gerekend. Er wordt een o...

Detailhandelsorganisatie met veel eigen, centraal geleide winkels, die voor deze vestigingen direct van fabrikanten op grote schaal inkoopt en in die zin ook als groothandel fungeert; denk aan warenhuizen.

Grootwinkelbedrijf - Grootwinkelbedrijf is de gebruikelijke naam voor de grootondememing, werkzaam in den détailhandel. In het algemeen treedt het g. op, daar waar de mogelijkheid tot massale behoeftenbevrediging gegeven is. Vooreerst wordt een dgl. massale vraag naar goederen in het leven geroepen door de concentratie van de bevolking in de...

o. (-bedrijven), het grootbedrijf in de detailhandel, m.n. van de gezeten handel. (e) Tot het grootwinkelbedrijf behoren het →warenhuis met als bijzondere groep de →eenheidsprijzenwinkel, het →filiaalbedrijf in de detailhandel (waartegen vele zelfstandige kruideniers zich verdedigen door zich aaneen te sluiten in een →vrijwillig...

...

...

...