Wat is de betekenis van grootstad?

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

grootstad

grote stad Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag Poperinge een paar kilometer achter het front en groeide de stad uit tot het zenuwcentrum van de Britse sector. In geen tijd werd het rustige Poperinge een bruisende grootstad. (Marc Demeyer, In Flanders fields) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 5

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

grootstad

(de, -steden) in België vaak voor: grote stad, wereldstad. Menen is met 30.000 inwoners te klein.om als stad op te vallen in Vlaanderen, maar door zijn ligging heeft het wel ‘problemen’ die eigen zijn aan de grootstad. - DM, 07-02-2003.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

grootstad

Grote stad; bep.: wereldstad. Een grootstad vertoont kwaliteiten en gebreken, een dorp ook, JONCKHEERE 1957, 165. Jonnie, een mensvergeten kereltje, ergens tussen de drukte van een immer voortjagende grootstad, Vrouw en Wereld febr. 1976, p. 41. Van twee jonge mensen die uit de provincie naar de grootstad reizen en daar allerhande avonture...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)