Wat is de betekenis van Grootscheeps(ch)?

2024-04-27
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Grootscheeps(ch)

Dit wil eigenlijk zeggen naar de wijze of naar het gebruik van een groot schip of van groote schepen, t.w. met praal, met statie, en vervolgens deftig, statig, zwierig. Op syn grootscheeps komt in de 17de eeuw voor bij Coster, 11, vs. 50, en Winschooten, 224: Dat is op sjn grootscheeps; dat is, den gebraaden haan speelen. Zie ...