Grootmajoor
m. (-s), in de volkst. benaming voor de hoofdofficier die officieel majoor heet (ter onderscheiding van de sergeant-majoor, die ook kortweg majoor genoemd wordt).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), in de volkst. benaming voor de hoofdofficier die officieel majoor heet (ter onderscheiding van de sergeant-majoor, die ook kortweg majoor genoemd wordt).
M. J. Koenen's (1937)
m. grootmajoors (hoofdofficier): titel bij minderen in gebruik als tegenstelling van sergeant-majoor.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), in de volkstaal ben. voor de hoofdofficier die officieel majoor heet (ter onderscheiding van de sergeant-majoor).
J.H. van Dale (1898)
GROOTMAJOOR, m. (-s), (hist.) (in de 18de e.) een niet-commandeerend hoofdofficier in eene garnizoensplaats, die met de administratieve zorgen van den dienst was belast; — (bij de Belgische troepen omstreeks 1830) commandeerend hoofdofficier, bataillonecommandant; — (ook) benaming bij minderen in gebruik voor den officier die officieel...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: