Wat is de betekenis van Grootkop?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grootkop

m. (-pen), iemand of iets met een grote dikke kop, b.v. een soort van Goudse pijp : twee manden grootkoppen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grootkop

GROOTKOP, m. (-pen), iemand of iets met een grooten dikken kop, b. v. eene soort van Goudsche pijp: twee manden grootkoppen; — de grootkopkikvorsch, een kikvorsch op Java en Sumatra met bijzonder grooten kop (rana hasseltii).

Gerelateerde zoekopdrachten