Wat is de betekenis van groot (divers)?

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groot (divers)

[msch. ~ gort en dan: grofkorrelig] I. bn. en bw. (groter, -st) 1. Eig. van meer dan de gewone maat a. met betrekking tot lengte en breedte: een grote jongen; voor zijn jaren, zijn leeftijd; een net vol grote vissen; een grote appelboom; grote handen; de grote ➝ hersenen; een grote kamer, stad; geschrift; schrijven; worden; groter worden. Syn. ➝...