Wat is de betekenis van grofwild?

2024-04-29
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

grofwild

Verzamelnaam voor enkele soorten grootwild, zoals hert, edelhert, damhert, ree en mouflon. Culinair worden echter de voor consumptie geschikte dieren bedoeld, zoals hert, ree, damhert en wild zwijn. Grofwild dient altijd voor het bereiden te besterven (zie: aldaar).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grofwild

o., (jag.) groot wild, zoals wilde zwijnen, herten en reeën.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grofwild

o. (grootwild: evers, bokken, herten, reeën).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grofwild

o. grof, groot wild : herten, evers, reeën zijn -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grofwild

o., groot wild; in Nederland en België: herten, reeën, moufflons en wilde zwijnen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)