Wat is de betekenis van groepstaal?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

groepstaal

groepstaal - Zelfstandignaamwoord 1. jargon. Woordherkomst samenstelling van groep en taal met het invoegsel -s- Synoniemen slang, jargon

2024-04-29
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Groepstaal

(v.(m.)), → sociolect

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

groepstaal

v./m. (-talen), het geheel van verschijnselen in taal en taalgebruik waardoor maatschappelijke groepen en klassen zich onderscheiden. (e) De term groepstaal kan aanleiding geven tot misverstand ; hij suggereert de aanwezigheid van een afzonderlijke taal, waar in feite slechts sprake is van bijzondere zinswendingen, van bijzonder woordgebruik, van h...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)