Wat is de betekenis van grijns?

...

...

v. (grijnzen), 1. spottend lachende, soms bep. onaangenaam aandoende vertrekking van het gelaat, grijnslach: er kwam een akelige grijns op zijn gelaat; hij keek er naar met een grijns ; 2. (veroud.) mombakkes, masker: een grijns voor het gezicht hebben, (fig.) niet oprecht, niet te vertrouwen zijn : — (dievent.) gezicht;...

grijns - Zelfstandignaamwoord 1. een vertrekking van het gelaat die boosaardigheid of leedvermaak verraadt ♢ "Ja, dat zal wel!" zei hij met een grijns. grijns - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnzen ♢ Ik grijns...

grijns - zelfstandig naamwoord 1. spottende of voldane lach ♢ na zijn overwinning had hij een grijns op zijn gezicht 2. vreemd of grappig vertrokken gezicht ♢ met een ongemakkelijke grijns op zijn gezicht kwa...

Gerrit (1865-1944), Ned. fysioloog, hoogl. te Wageningen, bekend om zijn onderzoekingen (samen met Eykman) over beri-beri.

s., gniis.

...

gezicht. Hij gaf de rus een mekajem voor zijn grijns, dat ie tuimelde.