Wat is de betekenis van grasgroen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grasgroen

grasgroen - Zelfstandignaamwoord 1. (RAL-kleur) een kleur groen met RAL-nummer 6010. Heeft u die ook in het grasgroen? grasgroen - Bijvoeglijk naamwoord 1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur groen, met RAL-nummer 6010. Hij rijdt in een g...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grasgroen

grasgroen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gras-groen 1. zo groen als gras ♢ ze hadden grasgroene gordijnen opgehangen Bijvoeglijk naamwoord: gras-groen de/het grasgroene ... iets gras...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grasgroen

baie groen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grasgroen

bn., 1. zo groen als gras: een grasgroene japon; 2. (lig.) zeer groen, jong en onervaren, nieuwbakken: een grasgroen luitenantje.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grasgroen

bn. (groen als gras): een grasgroene japon; fig. een grasgroene luitenant, nieuwbakken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grasgroen

('gras) I. bn. 1. zo groen als gras. 2. nieuwbakken : een luitenantje. -. II. o. grasgroene kleur.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grasgroen

bn., 1. zo groen als gras: een grasgroene japon; 2. (fig.) zeer groen, jong en onervaren, nieuwbakken: een luitenantje.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grasgroen

GRASGROEN, bn. zoo groen als gras: eene grasgroene japon; (fig.) zeer groen, jong en onervaren, nieuwbakken: een grasgroen luitenantje.