Wat is de betekenis van Granaatboom, struik?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Granaatboom, struik

m. (...bomen), struik of heester (Punica granatum), in het Zuiden van Europa en in Azië groeiende, met fraaie hoogrode bloesems en een appelvormige vrucht, die zeer vele rode zaadkorrels bevat.